Mathijs van Schie over verbinden wereld arts en technoloog om boezemfibrilleren op te lossen

Drs. Mathijs van Schie is technisch geneeskundige bij de afdeling cardiologie van het Erasmus Medisch Centrum en als onderzoeker werkzaam in de groep van Prof. Natasja de Groot en het ‘Medical Delta Cardiac Arrhythmia Lab’. In 2017 kwam Mathijs als student vanuit de Universiteit Twente stage lopen en is sindsdien aangebleven als onderzoeker.

Als klinisch technoloog onderzoek doen naar boezemfibrilleren

Als technisch geneeskundige, ook wel klinisch technoloog genoemd, verbindt Mathijs de wereld van de arts en de ingenieur met elkaar. Op de onderzoeksafdeling ‘translationele elektrofysiologie’ van Prof. Natasja de Groot verricht hij onderzoek naar boezemfibrilleren door o.a. complexe elektrische metingen aan het hart uit te voeren.

Hier komt veel technologie bij kijken en daarom is er ook een intensieve samenwerking met de Technische Universiteit Delft binnen het Medical Delta Cardiac Arrhythmia Lab. In deze unieke samenwerking werken zowel artsen als ingenieurs samen om de elektrische mechanismen van boezemfibrilleren verder te ontdekken en de diagnose, behandeling en preventie van deze hartritmestoornis te verbeteren.

Oorzaken van boezemfibrilleren: meten is weten

We weten dat er verschillende risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van boezemfibrilleren, maar we begrijpen nog niet wat er precies in het hart gebeurt waardoor deze ritmestoornis tot uiting komt.

Eén van de onderzoeken binnen de onderzoeksafdeling richt zich daarom op het uitvoeren van complexe metingen direct op de oppervlakte van het hart. Deze metingen vinden plaats tijdens openhartoperaties. Deze metingen leveren veel informatie op waaronder gedetailleerde informatie over de elektrische eigenschappen van het hart.

De analyse van deze metingen vergt zowel medische als ook technische kennis. Mathijs onderzoekt namelijk uit één signaal al meerdere parameters die is kunnen zeggen over de eigenschappen van de elektrische geleiding van het hart. Per patiënt meet Mathijs duizenden signalen, waardoor ook het omgaan met deze grote hoeveelheden data de analyse erg complex maakt.

Opsporen van de unieke boezemfibrilleren vingerafdruk

Alle signalen van verschillende patiëntgroepen verzameld Mathijs om deze vervolgens te koppelen  aan parameters zoals weefselsamenstelling, echobeelden, klinische risicofactoren. Deze verzameling aan gegevens geeft samen een indruk van de eigenschappen van de boezems bij verschillende patiënten.

Iedere patiënt heeft een unieke verzameling aan parameters. Op deze manier heeft iedere patiënt een individuele “vingerafdruk” van het hart.

Door het combineren van alle verschillende parameters in verschillende patiëntgroepen hopen we uiteindelijk een betere voorspelling te kunnen maken over de mate van boezemfibrilleren. Dit helpt bij het verbeteren van de diagnose, behandeling en preventie van boezemfibrilleren.