Kan een verandering in levensstijl boezemfibrilleren verminderen?
Lisa Sluijter heeft als master student van de opleiding Cardiovascular Research aan het Amsterdam UMC, locatie VUmc, voor AFIP in de groep van Prof. Bianca Brundel onderzoek gedaan naar de effecten van verschillende levensstijlen aanpassingen (interventies) op boezemfibrilleren.
Levensstijl interventies zijn drastische veranderingen in de manier van leven van een individu om een bepaald probleem op te lossen. Voor haar onderzoek heeft zij zich gericht op de effecten van lichamelijke activiteiten en specifieke diëten op klachten in patiënten met boezemfibrilleren.
Het blijkt uit diverse studies dat verschillende levensstijl interventies boezemfibrilleren kunnen helpen voorkomen, maar ook klachten door boezemfibrilleren kunnen helpen verminderen. Levensstijl interventies met een gunstig effect zijn o.a.
- een verminderde calorie inname
- Japanse en Mediterrane eetpatronen
- de consumptie van vis of visolie
- onbewerkt en plantaardig voedsel eetpatroon
Aan de andere kant is gevonden dat
- laag vitamine D
- laag magnesium
- laag kalium niveau in het bloed, het risico op en de ontwikkeling van boezemfibrilleren juist kan verhogen.
Alle uitkomsten van de gevonden studies staan in Tabel 1 en 2. Tabel 1 betreft de resultaten van de algemene dieet overwegingen: calorie restrictie, voedingsstoffen en culturele dieet patronen. In Tabel 2 staan de uitkomsten van de studies die de relatie tussen boezemfibrilleren en lichamelijke activiteit onderzochten. De resultaten staan gesorteerd op licht tot gemiddelde lichamelijk beweging en hoog intensieve activiteiten.
Gewichtsverlies, consumptie van vis en visolie en een Mediterraan dieet verminderen klachten van boezemfibrilleren
Studies laten zien dat gewichtsverlies – door middel van calorie restrictie bij zwaarlijvige patiënten met boezemfibrilleren – positief kan werken. Gewichtsverlies zorgt ervoor dat deze patiënten minder episodes van de ritmestoornis ervaren.
Verder kwam naar voren dat bepaalde voedingsstoffen belangrijk zijn in de preventie van boezemfibrilleren. Zo zou een laag level van vitamine D, magnesium en kalium kunnen bijdragen aan een verhoogd risico op het krijgen van boezemfibrilleren. Of inname van deze voedingsstoffen de klachten van boezemfibrilleren ook kan verminderen is nog onduidelijk. Daarnaast zijn er aanwijzingen dat de veelvuldige consumptie van vis of visolie kan helpen om het aantal episodes van boezemfibrilleren te verminderen.
Verder is gevonden dat specifieke culturele diëten kunnen helpen om het risico op boezemfibrilleren te verlagen. Uit onderzoek is gebleken dat een Mediterraan dieet met een hoge consumptie van groenten, fruit, granen, olijfolie en een gemiddelde inname van rode wijn kan leiden tot een verlaagd risico op het krijgen van boezemfibrilleren.
Per dag 30 minuten wandelen verlicht de klachten in patiënten met boezemfibrilleren
Ook de gradaties van lichamelijke activiteit kunnen een verschillend effect hebben op het verminderen van klachten in patiënten met boezemfibrilleren. Diverse studies laten zien, dat een licht tot gemiddeld intensieve activiteit bijdraagt aan een verlaging in het risico om boezemfibrilleren te ontwikkelen. Wanneer patiënten 30 minuten per dag gaan wandelen hebben zij minder klachten door boezemfibrilleren en ging de kwaliteit van leven aanzienlijk omhoog.
Aan de andere kant laten veel observationele studies bij atleten zien, dat zeer intensieve sporten of langdurige uithoudingssporten alleen maar kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van boezemfibrilleren. Onder deze activiteiten vallen (marathon) rennen, mountainbiken en atletische sporten op professioneel niveau. In deze mensen is gevonden dat het risico op het ontwikkelen van boezemfibrilleren juist toeneemt bij een stijging van lichamelijke activiteit.
“Ik hoop dat patiënten met boezemfibrilleren baat zullen hebben bij levensstijl interventies” – Lisa
Al met al, is dit voor Lisa een zeer leerzame literatuur studie geweest met interessante en hoopgevende bevindingen voor patiënten met boezemfibrilleren, die zij graag deelt! Lisa hoopt uiteindelijk dat deze informatie gebruikt kan worden voor het opzetten van nieuwe klinische studies waarin deze verschillende levensstijl interventies getest worden in patiënten en uiteindelijk bijdragen aan het tegengaan, maar ook het verminderen van boezemfibrilleren.
Het AFIP team bedankt Lisa voor haar bijdrage en wenst haar veel succes in haar verdere carrière.
Tabel 1 Relatie tussen algemene dieet overwegingen en boezemfibrilleren (BF)
Studie | Deelnemers | Dieet | Parameters | Effect | Effect op BF | ||
(A) Calorie restrictie | |||||||
Abed, 2013 Therapie |
150 deelnemers | Gewichtsverlies begeleiding | Gewichtsverlies BF score ernst van BF score |
Patiënten met begeleiding in gewichtsverlies hebben minder last van BF | + | ||
Pathak, 2015 Therapie | 835 deelnemers | Gewichtsverlies begeleiding | Gewichtsverlies BF incidentie door ECG BF symptomen score |
Langdurig gewichtsverlies is geassocieerd met minder last van BF en langere tijd in normaal sinus ritme | + | ||
Fioravanti, 2017 Therapie |
657 deelnemers | Gewichtsverlies begeleiding | BF incidentie door ECG | Zwaarlijvige patiënten met gewichtsverlies hebben langer BF vrije periodes dan de zwaarlijvige patiënten zonder gewichtsverlies. | + | ||
(B) Voedingsstoffen | |||||||
Rienstra, 2011 Preventie |
The Framingham study, 2930 deelnemers | Vitamine D niveau | 25-hydroxyvitamin D | Geen relatie tussen vitamine D en BF incidentie | = | ||
Demir, 2014 Preventie |
102 nonvalvular BF patiënten 96 BF patiënten |
Vitamine D niveau | 25-hydroxyvitamin D | Een relatie tussen vitamine D tekort en BF | – | ||
Chen, 2014 Preventie |
162 nonvalvular persistent BF patiënten | Vitamine D niveau | 25-hydroxyvitamin D | Laag vitamine D niveau is geassocieerd met BF | – | ||
Qayyum, 2012 Preventie |
258 BF patiënten | Vitamine D niveau | 25-hydroxyvitamin D | Geen relatie tussen vitamine D niveau en het type BF | = | ||
Khan, 2013 Preventie |
The Framingham Offspring study, 3530 deelnemers | Magnesium niveau | Serum magnesium niveau | Een laag serum magnesium niveau is geassocieerd met een hoger risico op BF | – | ||
Krijthe, 2013 Preventie |
The Rotterdam study, 4059 deelnemers | Kalium niveau | Serum kalium niveau | Een laag serum kalium niveau is geassocieerd met een hoger risico op BF | – | ||
Mozzaffrian, 2004 Preventie |
Populatie gebaseerd cohort 4815 deelnemers | Consumptie van tonijn, gekookte of gebakken vis, | Serum long-chain n-3 vetzuren | Consumptie van vis is geassocieerd met een lagere incidentie van BF | + | ||
Virtanen, 2009 Preventie |
Kuopio Ischemic Heart Disease Risk Factor studie, 2174 men | Vis of visolie consumptie | Serum long-chain n-3 vetzuren | Consumptie van vis of visolie kan tegen BF beschermen | + | ||
Brouwer, 2006 Preventie |
The Rotterdam Study, 5184 deelnemers | Vis of visolie consumptie | Serum long-chain n-3 vetzuren | Consumptie van vis is niet geassocieerd met het ontstaan van BF | = | ||
Berry, 2010 Preventie |
Women’s Health Initiative, 44,720 deelnemers | Rauwe vis inname | Serum long-chain n-3 vetzuren | Geen associatie gevonden tussen vis en omega-3 vetzuren inname en de incidentie van BF | = | ||
Shen, 2011 Preventie |
The Framingham Study, 4526 deelnemers | Vis consumptie | Serum long-chain n-3 vetzuren | Consumptie van vis is niet geassocieerd met het risico op BF | = | ||
Kumar, 2012 Therapie |
178 deelnemers
|
Visolie consumptie, 6g/d | Serum long-chain n-3 vetzuren | Omega-3 vetzuren suppletie vermindert de herhaling van persistent BF | + | ||
Nodari, 2011 Therapie |
199 deelnemers
|
Visolie consumptie, 2g/d | Serum long-chain n-3 vetzuren | Omega-3 vetzuren suppletie vermindert de herhaling van persistent BF | + | ||
(C) Culturele voedingspatronen | |||||||
Heidemann, 2008 Preventie |
72,113 vrouwelijke deelnemers | Westers dieet; hoge hoeveelheid van (bewerkt) vlees, gefrituurd eten en zoetigheid | Voedingsfrequentie vragenlijst | Een Westers dieet is geassocieerd met een hoger risico op sterfte van hart- en vaatziekten | – | ||
Shimazu, 2007 Preventie |
40,547 Japanse deelnemers | Japans dieet; soja producten, vis, zeewier, groenten, fruit en groene thee | Voedingsfrequentie vragenlijst | Het Japanse dieet is geassocieerd met een verlaging van sterfte door hart- en vaatziekten | + | ||
Sofi, 2014 Preventie |
4,172,412 Mediterrane deelnemers | Het Mediterrane dieet; groenten, fruit, granen en een gemiddelde inname van rode wijn bij maaltijden | Voedingsfrequentie vragenlijst | Het Mediterrane dieet is een gezond dieet in termen voor sterfte door hart- en vaatziekten | + | ||
Martinez-Gonzalez, 2014 Preventie |
6705 deelnemers | Het Mediterrane dieet; verrijkt met noten of extra vergine olijfolie | Voedingsfrequentie vragenlijst | Het Mediterrane dieet verrijkt met olijfolie verlaagde het risico op BF | + | ||
BF; Boezemfibrilleren, ECG; Elektrocardiogram
Tabel 2 Relatie tussen lichamelijke activiteit en boezemfibrilleren (BF)
Studie | Deelnemers | Trainings methode en programma | Parameters | Effect | Effect op BF | |
(A) Licht/gemiddelde lichamelijke activiteit | ||||||
Thelle, 2013 Preventie | 14,734 deelnemers | Wandelen of rennen | BF incidentie door ECG | BF is gelijk in wandelaars en renners. Herhaling van arrhythmias daalde per MET stijging | =, + | |
Lee, 2014 Preventie |
309,540 deelnemers | Vrijetijd activiteiten | BF incidentie door ECG | Rennen voor 5 tot 10 minuten per dag, laag tempo is geassocieerd met een verlaagd risico op sterfte voor alle hart- en vaatziekten. | + | |
Mozzaffarian, 2008 Preventie |
5446 deelnemers | Activiteiten intensiteit | Zelf geregistreerde BF | BF incidentie is lager tijdens laag tot gemiddelde lichaamsbeweging. | + | |
Drca, 2015 Preventie |
36,513 vrouwelijke deelneemsters | Niveau van vrijetijd activiteiten | BF incidentie door ECG | BF risico is lager met een gemiddelde hoeveelheid activiteit. | + | |
Singh, 2006 [25] Therapie |
1180 persistent BF patiënten | Zelf geregistreerde lichamelijke activiteiten door deelnemers. | Uitoefenen van activiteit, kwaliteit van leven | Herstellen en behouden van het sinus ritme door lichamelijke activiteit was geassocieerd met een verhoogde kwaliteit van leven in BF patiënten | + | |
Pathak, 2015 Therapie |
308 zwaarlijvige BF patiënten | Gemiddelde lichamelijke activiteit, 200 minuten per week | Zelf geregistreerde BF | Gemiddelde lichamelijke activiteit verlaagde BF last. Herhaling van BF periodes verlaagde en deelnemers scoorde lager op de BF ernstigheidsschaal | + | |
(B) Zware lichamelijke activiteit | ||||||
Myrstad, 2014 Preventie |
3545 mannelijke deelnemers | Langdurige lichamelijke uithoudings-oefening | BF incidentie door ECG | Langdurige uithoudingsporten zijn geassocieerd met een hoger risico op BF en flutter | – | |
Aizer, 2009 Preventie |
16,921 deelnemers | Hoog niveau van lichamelijke activiteit | BF incidentie door ECG | Zware lichamelijke activiteiten verhogen kans op BF | – | |
Grimsmo, 2009 Preventie |
122 deelnemers | Hoog intensieve activiteiten | BF incidentie door ECG | Langdurige uithoudingstrainingen verhoogd kans op BF. | – | |
Ken je iemand voor wie dit interessant is?
Hallo.
Ben al jaren bekend met boezemfibrilleren, gebruik daar ook medicijnen tegen, te weten bisoprololfumaraat 1xdgs 5mg.
Dit is niet altijd toereikend , erg vervelend. Bovendien kreeg ik vaak last van kramp in mijn benen. Door nu Magnesium 185 mg te gebruiken 3x in de week, lijken mijn klachten aanmerkelijk te verbeteren en zeer prettige bij bijkomstigheid is dat mijn slapen is verbeterd.
Misschien kunt u dit gebruiken voor uw onderzoek.
Vriendelijke groet