Heb je weleens een bericht op Instagram of Facebook voorbij zien komen over boezemfibrilleren? En dacht je toen: dit raakt mij, of juist helemaal niet? Binnen het CIRCULAR-consortium hebben onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam en Amsterdam UMC onderzocht welk type online berichten mensen met boezemfibrilleren in beweging brengt. Het doel is om mensen met boezemfibrilleren beter te betrekken bij platforms zoals Stichting AFIP, zodat hun stem een grotere rol speelt in het verbeteren van de behandeling.
In het onderzoek zijn twaalf verschillende berichten getest op Instagram en Facebook. De berichten verschilden in toon, inhoud en emotie. Sommige gaven deskundig advies, andere deelden persoonlijke ervaringen van patiënten. Ook werd er gevarieerd met emotionele toon, zoals angstige of liefdevolle berichten. Elk bericht nodigde mensen uit om naar de website van stichting AFIP te komen. Het platform biedt een plek aan waar patiënten, onderzoekers en zorgverleners samenwerken aan betere zorg voor boezemfibrilleren.
Binnen één maand zagen meer dan 795.000 mensen in Nederland de berichten.18.426 mensen bezochten de AFIP-website, en 478 besloten lid te worden van de community.
Dit viel op:
- Berichten die inspeelden op angst werden het meest aangeklikt, vooral als het ging over gezondheid beschermen.
- Liefdevolle berichten werkten beter als het ging over familie en relaties. Ze hielden mensen langer op de website en zorgden voor meer aanmeldingen.
- Adviezen van experts trokken meer bezoekers naar het platform.
- Maar het waren de verhalen van echte patiënten die mensen inspireerden om lid te worden en zelf actief te worden.
Het onderzoek is belangrijk, omdat elke ervaring telt. Wanneer mensen hun verhaal delen en anderen ontmoeten, helpt dat niet alleen henzelf, maar ook het onderzoek naar betere, persoonlijke behandelingen voor boezemfibrilleren. Lees het hele artikel nu via Nature’s npj Digital Medicine.

“Wij willen een omgeving creëren waarin mensen zich gehoord en betrokken voelen. Niet alleen bij hun eigen zorg, maar ook in de toekomst van boezemfibrilleren onderzoek. De manier waarop we communiceren maakt daarin het verschil.”
Myrthe Kuipers (Hoofdonderzoeker)