De behandeling
Tijdens de behandeling wordt de patiënt verdoofd op de plaats waar het buisje het lichaam zal ingaan. Hierdoor kan de behandeling soms pijnlijk aanvoelen op bepaalde momenten. Normaal gesproken duurt de behandeling 1 tot 4 uur.
Daarnaast is er een kleine kans dat de AV-knoop beschadigd raakt tijdens de behandeling. In dit geval is een pacemaker nodig. Echter is deze kans klein (c.a. 0,5%).
Een ablatie is een intensieve behandeling en hierom blijft de patiënt vaak een dag in het ziekenhuis om te herstellen.
Herstel
Het is belangrijk om je lichaam de tijd te geven om te herstellen. Rust hierom goed uit en doe dit frequent. Vermoeidheid komt bij veel patiënten voor. Het is belangrijk om zware inspanning en intensieve sporten te vermijden. Wil jij graag je lichaam soepel houden? Voer dan activiteiten uit van lichte inspanning, zoals:
- Wandelen
- Fietsen
- Yoga
Daarbij is het belangrijk om gezond te eten, goed te slapen en stress te vermijden. Ook wordt roken sterk afgeraden.
Vervolgcontroles
Na de ablatie worden vervolgafspraken ingepland. Dit is nodig om te controleren of het boezemfibrilleren weg is. In de eerste maanden na de ablatie komt het voor dat patiënten nog last hebben van hartritmestoornissen. Dit komt doordat het hart tijd nodig heeft om het littekenweefsel te vormen. Hierom raadt de arts aan in veel gevallen aan om medicijnen te blijven innemen.
Keert het boezemfibrilleren terug? Dan wordt het regelmatig aangeraden om een extra behandeling te ondergaan om het herstelde hartweefsel weer te beschadigen.