Dekkerbeurs voor Drs. Rohit Kharbanda: ontrafelen rol van het autonome zenuwstelsel in boezemfibrilleren

Het AFIP-team feliciteert Drs. Rohit Kharbanda, arts-onderzoeker cardiothoracale chirurgie en cardiologie aan het Erasmus Medisch Centrum en lid van het AFIP-team, met het verkrijgen van een Dekkerbeurs via de Nederlandse Hartstichting.

Rol autonome zenuwstelsel in ontstaan van boezemfibrilleren

“We horen vaak dat patiënten aanvallen van boezemfibrilleren krijgen tijdens een stressvolle periode, na het nuttigen van bepaalde maaltijden en dranken of wanneer ze klachten krijgen van hun maag of darmen”, begint Drs. Kharbanda zijn verhaal. Dit zijn allemaal situaties waarbij het autonome zenuwstelsel een belangrijke rol speelt.

Zoals Professor William Osler ooit zei in de 19e eeuw, “Listen to your patient, he is telling you the diagnosis”, oftewel “Luister naar uw patiënt, hij/zij vertelt u de diagnose”. Deze typische klachtenpresentatie van patiënten heeft ertoe geleid dat Drs. Kharbanda zich is gaan verdiepen in het autonome zenuwstelsel.

Met de Dekkerbeurs wil hij meer inzichten verkrijgen in de rol van het autonome zenuwstelsel bij het ontstaan van boezemfibrilleren. “Het moduleren van het autonome zenuwstelsel is een veelbelovende techniek die ik wil gaan onderzoeken tijdens openhartoperaties. Uiteindelijk is mijn doel een nieuwe therapie te ontwikkelen voor patiënten met boezemfibrilleren die via een alternatieve manier werkt dan de huidige therapieën”, zegt Drs. Kharbanda.

De nervus vagus en boezemfibrilleren

Tijdens dit onderzoek zal Drs. Kharbanda de effecten van een speciale vorm van nervus vagus stimulatie op de elektrische activiteit van het hart onderzoeken. De nervus vagus, ook wel zwervende zenuw genoemd, geeft signalen aan delen van het hoofd maar loopt ook naar de borst- en buikholte, waar hij zich in de ingewanden vertakt.

De nervus vagus geeft signalen aan het hart waardoor de hartfrequentie kan veranderen. In het Dekker project zal tijdens een openhartoperatie de nervus vagus op een speciale manier gestimuleerd worden door middel van een innovatieve, non-invasieve methode, namelijk een oorclip. Tegelijkertijd zal Drs. Kharbanda het directe effect van nervus vagus stimulatie op boezem activiteit onderzoeken. Hierdoor kan hij uiteindelijk een relatie leggen tussen zenuw stimulatie en het ontstaan van boezemfibrilleren.

We gaan onderzoeken of we met deze therapie boezemfibrilleren na een operatie kunnen voorkomen. Er zullen evenveel mannen als vrouwen geïncludeerd worden zodat we mogelijke verschillen tussen mannen en vrouwen kunnen bestuderen.

“Al met al, interessante onderzoeksvragen waar we hopelijk de komende jaren antwoorden op zullen krijgen zodat we mogelijk mensen met boezemfibrilleren op een nieuwe manier kunnen behandelen”, eindigt Drs. Kharbanda.

Het AFIP-team wenst Drs. Kharbanda en het gehele onderzoeksteam van Prof. de Groot, Prof. Bogers en de Medical Delta heel veel succes met het uitvoeren van dit onderzoek en we hopen dat deze therapie in de toekomst zijn plekje krijgt in de behandeling van boezemfibrilleren.